Sieraden en verhalen
Een reactie plaatsen

Het Geheim van de Lente – een sprookje

Toen ik een jaar geleden de lentehanger maakte ontstond er spontaan een verhaal bij. Een verhaal over loslaten, verdriet en hoop. Een heel persoonlijk verhaal, want ik verloor mijn vader op de eerste dag van de lente in 2004. Na het een tijdje te laten groeien wil ik het verhaal vandaag, de dag voor Imbolc, graag met jullie delen.

 

lentehangers

wintertrees

De herfst nam de blaadjes van de bomen en de vader van drie zusters, die in een huisje aan de rand van het grote bos woonden. De laatste adem van de vader verwoei in de wind die luider huilde dan zijn dochters toen ze hem vonden.

De winter kwam vroeg en bedekte alles onder een zachte, witte deken. Marea, de oudste van de drie, een vriendelijke en spontane meid van begin twintig, zocht haar troost bij haar verloofde en zijn familie. Ze zorgde voor haar twee zusters, maar hield het niet altijd uit in de pijnlijke, lange stiltes. Ze huilde zachtjes in de armen van haar geliefde en wenste dat ze haar zusters net zo vast kon houden als zij werd vastgehouden, net zo kon troosten als zij getroost werd. Ze kon het niet. Haar eigen verdriet leek met de dag zwaarder te worden.

Ennea, de middelste bleef in huis. Haar warme, sprekende ogen zagen alleen de leegte die haar vader had achtergelaten. Ze had nooit geweten dat ze zo alleen kon zijn. Ze zorgde voor haar zusters zo goed ze kon, maar haar verdriet leek met de dag meer ruimte in te nemen. Ze durfde niet goed te erkennen hoe groot de overwinning was elke morgen wanneer ze weer was opgestaan.

Ayil, de jongste was altijd al vreemd geweest. Haar lichte haar en heldere ogen maakten mensen ongemakkelijk. Ze wist nooit goed hoe hard ze mocht lachen en vroeg zich nu af hoe hard ze mocht huilen, toch zeker niet harder dan haar zusters, die haar vader zoveel langer hadden gekend. Maar haar zusters bleven stil. Haar verdriet leek langzaam alles steeds meer te vertragen, tot ze zich voelde alsof ze zwom door de tijd.

De winter keek toe en verkilde, bevroor en sneeuwde tot de zusters nergens meer heen konden. Dit was de tijd voor inkeer en de winter was streng. De warme zomer kon niets doen, het was niet haar seizoen en de herfst liet zich altijd overnemen. Samen gingen ze naar de lente en vroegen hem, of hij niet iets kon doen. De lente zuchtte. Het was zijn tijd nog niet. Maar hij hield van alle jonge mensen, allen die nog zoeken en worden. Dus ging hij op een kort bezoek.

sneeuwklokje

Hij kwam als donkere jongeman, waar zijn voeten de sneeuw raakten smolt de sneeuw en bloeiden de sneeuwklokjes. Marea was in de slaapkamer de bedden aan het verschonen. Het vuur in de kamer was uit en haar adem kwam in kleine wolkjes.

“Schrik niet,” zei de lente, maar ze schrok toch. Tijdens haar verwarring sprak hij verder.
“Ik ben de lente, ik heb je nodig. Ik moet een geheim bewaren maar het valt me zwaar de enige te zijn die het kent. Kan jij me helpen?”
Marea wist niet goed wat te zeggen maar toen ze het spoor van sneeuwklokjes zag uit het raam knikte ze. De lente stapte wat dichterbij en ze voelde zich warmer.
“Mijn geheim, is dat nieuw leven al aanwezig is nog voor het zichtbaar is. Nog voor het gekend wordt, is het er toch al.”
Onbewust streek Marea langs haar zachte buik en de lente glimlachte.

Ennea was in de keuken, waar het warm was van de oven vol vers brood.
“Ik ben de lente, ik heb je nodig. Ik moet een geheim bewaren maar het valt me zwaar de enige te zijn die het kent. Kan jij me helpen?”
Ze bood hem brood aan en hij at het.
“De wereld lijkt nu kil en dor. Maar alles wat nodig is, is er al. Zodra de juiste tijd er is zullen alle zaadjes ontkiemen en precies ontvangen wat ze nodig hebben om te groeien.” Ennea pakte een appel en deelde hem in tweeën. Ze aten ieder de helft en gooiden de pitjes uit het raam.

De lente vond Ayil in het midden van het meer, dat stijfbevroren was. Ze zat voor een wak en keek in het diepe, donkere water. Hij kon haar niet bereiken zonder het ijs te smelten. Langzaam liep de lente rond het meer en zag, dat het wak was uitgehakt in de vorm van een hart. Hij wachtte. Ayil bewoog zich niet.
“Ayil,” riep hij, “Ayil!”
Hij zag hoe de vallende sneeuw haar langzaam steeds verder bedekte als een zachte deken. Nog steeds bewoog ze zich niet.
“Ayil,” riep de lente opnieuw, “ik ben de lente, ik heb je nodig!”
Angstig zette hij een voet op het ijs, dat direct begon te smelten. Een scheur kraakte vanaf zijn voeten. Eindelijke keek Ayil langzaam op. De lente riep haar toe, “Ik moet een geheim bewaren maar het valt me zwaar de enige te zijn die het kent. Kan jij me helpen?”
Traag als een oude vrouw stond Ayil op en met stijven ledematen strompelde ze naar de kant waar de lente op haar wachtte.
“Het is het moeilijkste geheim dat er is want het is niet in woorden te vatten en ook niet te begrijpen.”
De lente kuste haar op haar blauwe lippen tot ze weer warm was en begon te beven.

Thuis huilde Ayil zo hard ze wilde, Ennea ging samen met haar op bed liggen en Marea hield beiden vast tot ze sliepen.
Ieder bewaarde haar geheim. Althans een tijdje.

wintersun

Vragen? Opmerkingen? Ik lees ze graag!

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s